woensdag 29 oktober 2014

Opdracht P: Een betoog

Leerlingen met stoornis krijgen te veel speciale aandacht

Timo Bron


Wij kennen allemaal wel iemand die een vorm van autisme, dyslexie of ADHD heeft. Onderzoek heeft immers aangetoond dat 3,6% van de leerlingen dyslexie heeft. Ook blijkt het dat drie tot vijf procent van de Nederlandse bevolking ADHD heeft, en volgens het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft bijna drie procent van de kinderen autisme. De kans is dus groot dat je iemand kent die één van deze stoornissen heeft. Leerlingen die stoornissen hebben worden dus ook anders behandeld, omdat ze tot sommige dingen niet of minder in staat zijn. Maar wordt er niet iets te veel rekening gehouden met deze leerlingen? Ik vind dat leerlingen met een stoornis te veel speciale aandacht krijgen.

Een leerling die een stoornis heeft, wordt anders behandeld dan een leerling die normaal functioneert. Dit is logisch en zou ook moeten gebeuren, maar soms wordt het makkelijker gemaakt voor deze leerlingen. Ze krijgen hierdoor ook een gelijke kans, maar het leven als volwassene zal niet zo makkelijk zijn. Werkgevers zullen geen uitzonderingen maken en kijken alleen naar degene die het meest geschikt zijn. De leerlingen worden dus niet goed voorbereid op de toekomst. Door de speciale aandacht die ze kregen als leerling, wordt het leven voor hen makkelijker gemaakt, maar dat zal niet gebeuren als ze klaar zijn met school en een baan proberen te zoeken. In plaats van school makkelijker maken voor de leerlingen, zouden ze alleen begeleiding moeten geven, maar niet dat zij het uiteindelijk minder moeilijk zullen hebben dat andere leerlingen.

Leerlingen met of zonder stoornis zijn ook niet meer gelijk aan elkaar. Als een leerling met dyscalculie een makkelijkere toets wiskunde krijgt dan iemand die niet goed is in wiskunde, maar geen stoornis heeft, is dat dan wel zo eerlijk? En als een leerling ook maar een lichte vorm van dyslexie heeft, waarom wordt er dan minder streng geregeld op spelling dan bij een leerling die geen dyslexie heeft, maar wel veel moeite heeft met het goed spellen van woorden? Omdat de leerlingen met stoornissen anders worden behandeld en het voor hen dus makkelijker wordt gemaakt, is dat oneerlijk tegenover leerlingen zonder een stoornis, maar die alsnog niet goed zijn in een hetzelfde vak. Dit is ook iets waar zij niets aan kunnen doen. Deze stoornissen zijn soms dan wel ernstiger dan simpelweg ergens niet goed in zijn, maar zelfs als iemand een lichte vorm van bijvoorbeeld dyslexie heeft, zal deze leerling anders worden behandeld dan een leerling die even slecht is op dit gebied.

Ook luisteren we misschien te veel naar ons gevoel. Vanwege onze normen en waarden beschouwen wij leerlingen met een stoornis als iemand die geholpen moet worden omdat zij het heel zwaar hebben. Hierdoor denken we niet meer rationeel, wat wel belangrijk is in een situatie zoals deze. Als we echter goed gaan nadenken over wat de beste aanpak is, komen we vaak tot een andere conclusie. We moeten eigenlijk om tot een goed besluit te komen de stoornis geheel vergeten en rationeel gaan redeneren. Dit zal uiteindelijk rechtvaardiger zijn dan wanneer je naar alleen je gevoel luistert.


Leven met een stoornis is natuurlijk zwaar, maar dat betekent dus niet dat ze heel anders moeten worden behandeld. Hierdoor worden ze niet goed voorbereid op de toekomst, omdat er geen uitzonderingen zullen worden gemaakt bij het zoeken van een baan. Ook is het vaak oneerlijk tegenover andere leerlingen, omdat zij het maar moeten doen met bijles, terwijl zij soms ook andere hulp nodig hebben. Een betere aanpak zou ook rationeler denken kunnen zijn. Een stoornis hebben is dus natuurlijk erg vervelend, maar we moeten wel verstandig blijven denken.

1 opmerking:

  1. Commentaarformulier zakelijke teksten

    Tekst van: Timo Bron

    Nagekeken door: Rowena van der Linden


    Titel

    ☐1 De titel maakt niet duidelijk waarover de tekst gaat.

    ☐2 De titel is onaantrekkelijk.

    Inleiding

    X 3 De eerste alinea nodigt niet uit tot verder lezen.

    ☐4 Uit de inleiding wordt niet duidelijk wat het onderwerp van de tekst is.

    Middenstuk

    ☐5 De deelonderwerpen van het middenstuk zijn niet duidelijk herkenbaar

    aan structurerende zinnen en/of tussenkopjes.

    ☐6 Sommige alinea’s hebben geen kernzin, nl. alinea ............

    ☐7 Sommige alinea’s hebben meer dan één kernzin, nl. alinea ............

    ☐8 In sommige alinea’s staan de kernzinnen niet op een voorkeursplaats, nl.

    alinea ........

    ☐9 Sommige alinea’s binnen een deelonderwerp worden niet met elkaar

    verbonden door signaalwoorden, nl. alinea ............

    Slot

    ☐10 Het slot bevat geen zin waarin de hoofdgedachte van de tekst staat.

    ☐11 Het slot bevat veel nieuwe informatie.

    ☐12 Het slot bevat een te lange samenvatting.

    X 13 De tekst heeft geen krachtige slotzin (uitsmijter).

    De hele tekst

    ☐14 Het is niet duidelijk om welke tekstsoort het gaat.

    X 15 Het is niet de tekstsoort die het volgens de opdracht moest zijn.

    X 16 De betrouwbaarheid van de tekst wordt nergens ondersteund door

    verwijzingen naar bronnen en/of citaten van deskundigen.

    X 17 De tekst bevat spel- en/of typefouten.

    X18 De tekst bevat interpunctiefouten.

    X19 De tekst bevat formuleringsfouten.

    ☐20 De tekst bevat zinnen die duidelijk niet van de schrijver zelf zijn.

    X 21 Sommige zinnen zijn te lang.

    ☐22 Er wordt te populaire taal gebruikt.

    ☐23 Men, je en u worden door elkaar gebruikt.

    X 24 Er is te weinig variatie in woordkeuze.

    ☐25 Er is te weinig variatie in zinslengte.

    Lay-out

    ☐26 De titel en/of de naam van de schrijver staan niet op de juiste plaats.

    ☐27 De tekst is niet geschreven in een zakelijk lettertype.

    ☐28 Er staan geen twee witregels tussen inleiding, middenstuk en slot.

    ☐29 Er staan geen witregels tussen de deelonderwerpen.

    ☐30 Er is niet ingesprongen bij de tweede en volgende alinea’s van één

    deelonderwerp.

    Geef hieronder aan hoe de schrijver zijn tekst kan verbeteren.

    Hoi Timo,

    Je hebt je best gedaan om een goed betoog te schrijven. Ik zie dat je je prima hebt gedocumenteerd. Wel vond ik, dat het betoog niet helemaal goed gelukt is. Zo heb je bijvoorbeeld geen argumenten van voorstanders genoemd. Ik weet dat in het boek staat dat dat niet hoeft als je schrijft voor een publiek met standpunt van twijfel, maar volgens de opdracht van de leraar moest dit wel. Ook bevat je inleiding te veel fouten, waardoor hij niet uitnodigt verder te lezen. Je bent bijvoorbeeld niet consequent met het % teken en cijfers. Ook ben je komma's vergeten en staat er veel hetzelfde, jammer. In alinea 2 is ook sprake van veel herhaling, dezelfde zinnen en dezelfde woordkeuze. Evenmin in alinea 3, hierin komt het woord 'maar' heel veel voor. Ook zou ik in je slot 'ze' door iets anders veranderen: "Leven met een stoornis is natuurlijk zwaar, maar dat betekent dus niet dat ze heel anders moeten worden behandeld. Hierdoor worden ze niet goed voorbereid op de toekomst". Ik weet natuurlijk wel wat je met 'ze' bedoelt, maar uit de zin kan ik dit niet halen.

    Goed betoog , maar let op de kleine foutjes!

    Rowena

    BeantwoordenVerwijderen